Workshop: De Kracht van de Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkvee
Het zesjarige LIFE IP All4Biodiversity programma laat zien hoe biodiversiteit het beste versterkt kan worden: door uit te gaan van het gebied zelf, gezamenlijke doelen te formuleren, samen te werken op maat en maatregelen te nemen die passen bij de lokale omstandigheden. Sinds 2020 zijn op verschillende plekken in Nederland waardevolle ervaringen opgedaan die laten zien wat wérkt in de praktijk.
Op 20 november werd in Katwijk het eindevenement van het programma georganiseerd. De dag bood een plenair programma met de belangrijkste resultaten, een markt met verschillende LIFE-IP-partners én acht workshops waarin deelnemers zich konden verdiepen in specifieke thema’s. In dit verslag staat de workshop over de Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkvee (BBM) centraal, met de belangrijkste inzichten en praktische lessen die tijdens de sessie werden gedeeld.
Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkvee (BBM)
De workshop over de Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkvee (BBM) toonde hoe de pilot, als onderdeel van LIFE IP All4Biodiversity, een gemeenschappelijke taal en beloningssysteem creëert voor natuurinclusieve melkveehouderij in Brabant. Het leidende principe is duidelijk: "Groener boeren verdient beter".
Inzichten uit de pilot: wat wérkt?
De presentatie, gegeven door onder andere Jos van Lent (Provincie Noord-Brabant) met ondersteuning van Liza Simons (melkveehouder en projectmanager duurzame landbouw), benadrukte dat de BBM is ontstaan uit de samenwerking ‘Brabants Bodem’, met een breed scala aan partners, waaronder de waterschappen, ZLTO, de Brabantse Milieufederatie, Brabants Landschap en de Provincie Noord-Brabant. De uitvoering ligt bij Boerennatuur Brabant.
1. Het Sturen op Doelen met KPI’s
Een van de belangrijkste lessen van de pilot is de noodzaak om te sturen op doelen in plaats van op voorschriften. De BBM is hier bij uitstek geschikt voor, omdat boeren nu worstelen met een veelheid aan vaak conflicterende doelen vanuit diverse instanties. De 13 Key Performance Indicators (KPI's) van de BBM fungeren als die gemeenschappelijke taal, waarbij prestaties op de thema’s water, stikstof en landschap worden gemeten.
De 13 KPI's omvatten onder meer:
-
Stikstof & Water: Stikstof bodemoverschot, Ammoniakemissie, Stikstof uit kunstmest, Fosfaat bodemoverschot, en Ruw eiwit in het rantsoen.
-
Landschap & Biodiversiteit: % Blijvend grasland, % Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer, % Kruidenrijk grasland, Beweiding, en % Groen – Blauwe Dooradering.
2. Groei en Positieve Evaluatie
De pilot laat een duidelijke groei zien in de belangstelling en deelname:
-
In 2021 startte de BBM met 190 deelnemers.
-
In 2024 is is het aantal gegroeid naar 500 deelnemers.
In 2023 vond een evaluatie plaats door Aequator, waaruit een positief beeld en tevreden melkveehouders naar voren kwamen.
3. Directe en aantrekkelijke beloningen
De koppeling tussen score en financiële beloning is een cruciale factor voor het succes. Het systeem werkt met een maximum van 2.500 punten, waarbij elke punt €1 waard is. Dit wordt aangevuld met een bonussysteem, bijvoorbeeld €2.000 bij een score boven 1.500 punten. Deelnemers kunnen maximaal €5.000 per jaar, vijf jaar lang, ontvangen. Daarnaast is er een eenmalige prestatiebeloning voor jonge veehouders en veehouders rond kwetsbare gebieden van maximaal €10.000 in het vijfde jaar, afhankelijk van de toename van de score.
4. Integratie in Beleid en Keten
De BBM toont aan dat prestaties direct kunnen worden vertaald naar beleidsruimte en private beloningen:
-
Stallenbesluit: de provincie Noord-Brabant geeft een uitzondering voor natuurinclusieve bedrijven in het kader van het stallenbesluit. Bedrijven voldoen aan het besluit bij een minimale score van 1.000 punten, maximaal 2 GVE/ha en weidegang.
-
Grondbeleid: de KPI's worden toegepast bij duurzame gronduitgifte en in regelingen voor Natuurinclusieve Landbouw.
-
Ketenbeloningen: deelname leidt nu al tot hogere melkprijzen (maximaal 3,5 cent/kg melk bij Foqus Planet of 5 cent bij Planetproof), rentekorting bij de Rabobank (0,2%), en korting op pacht bij ASR (10% bij 1.000 punten).
De Weg Vooruit
De workshop sloot af met een blik op de toekomstvisie, waarbij de BBM KPI’s de basis moeten vormen voor het agrarisch ondernemerschap in Brabant. Het doel is om:
-
De BBM op termijn te integreren in het GLB en ANLb.
-
Meer private beloningen te stimuleren.
-
De KPI's te gebruiken om milieu- en natuurgebruiksruimte op bedrijfs- en gebiedsniveau te bepalen.
Uiteindelijk moeten de KPI’s het juridisch kader voor agrarisch ondernemen vormen en de basis worden voor de prijsvorming in duurzame ketens. De boodschap was helder: rustig aan, maar wel met continue meting, evaluatie en bijstelling, gaat het snelst.
Discussie
Na de presentatie volgde een levendige discussie. De belangrijkste vragen vanuit het publiek, vaak over de praktische implementatie en de langetermijnzekerheid, werden door het BBM-projectteam beantwoord:
Een gast vroeg naar de overgang na de initiële vijf jaar subsidie, en hoe de BBM dan financieel houdbaar blijft. De BBM-beloning is gemaximeerd op vijf jaar. Hoe zit het met de financiële zekerheid daarna?
-
Antwoord: “De BBM is een cruciale opstap om aan te tonen dat deze aanpak werkt. Het is de bedoeling dat de financiële beloning op termijn verschuift en wordt geïntegreerd in het GLB en ANLb. Bovendien zien we een sterke wens voor meer private beloningen via de keten en nieuwe mechanismen zoals carbon credits. Het is de ambitie dat de BBM-score in de toekomst de basis vormt voor Vergunningen/beleidsruimte en voor True Value Language in de prijsvorming, waardoor de bedrijfsvoering in de keten beter gewaardeerd wordt, onafhankelijk van subsidie.”
Hoe voorkomt de BBM dat we van 13 KPI's naar 13 nieuwe conflicterende doelen gaan? Hoewel de BBM een oplossing biedt voor conflicterende doelen, zijn 13 KPI’s nog steeds veel. Hoe voorkomt de monitor dat dit te veel wordt?
- Antwoord: “We begrijpen die zorg. De BBM is juist ontworpen om deze doelen in samenhang te beoordelen, zodat ze een gemeenschappelijke taal vormen. Het succes bij het Stallenbesluit bewijst de kracht van deze integrale benadering. Door een totale score te hanteren, kunnen boeren de KPI’s kiezen die het beste bij hun bedrijf en hun lokale omstandigheden passen. Het uiteindelijke doel is om, op gebiedsniveau, agrariërs samen verantwoordelijk te maken, zodat ze zelfs bijdragen aan doelen met elkaar kunnen uitwisselen. Dit biedt veel meer beleidsruimte en maatwerk dan de huidige wet- en regelgeving.