Werkgroep Gebiedsgerichte Samenwerking Deltaplan op werkbezoek in de Bollenstreek

Maandag 8 juli bracht de werkgroep Gebiedsgerichte Samenwerking van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel* een werkbezoek aan Living Lab B7 in de Bollenstreek. Een waardevolle middag met interessante sprekers.

Cassandra van Altena en Wolf Mooij (NIOO-KNAW, partner van het Deltaplan) gaven een toelichting over Living Lab B7, waarin Boeren, Bewoners, Bezoekers en Beleidsmakers werken aan een Betere Biodiversiteit in de Bollenstreek. Kennis opdoen, kennis delen en kennis toepassen staat hierbij centraal. In het living lab werkt een kleine groep onderzoekers die veel ruimte heeft om interessante vraagstukken op te pakken. Onderdeel van Living Lab B7 is het demoveld, waar afwijkende teeltmethoden worden toegepast en het effect op biodiversiteit wordt gemonitord.  

Knelpunten en vorderingen

Bollenteler Allan Visser vertelde tijdens de werkgroep bijeenkomst over de belangrijkste uitdagingen in dit gebied, de druk vanuit de woningbouw, huisvesting voor arbeidskrachten en teeltwijze. Het gesprek ging met name over dat laatste, de teeltwijze. Allan Visser gaf aan dat sinds 1990 de milieubelasting vanuit de sector met 90 procent is afgenomen. Momenteel ligt het zwaartepunt bij gebruik van middelen tegen schimmels. Volgens Allan Visser gaat de afbouw van het gebruik van (chemische) middelen sneller dan de opbouw van kennis over teeltmethoden waarbij minder middelen gebruikt kunnen worden.

Living Lab B7 draagt bij aan kennisontwikkeling en kennisverspreiding, onder andere door het demoveld. Allan Visser nam de werkgroep mee in de ontwikkelingen in de techniek, die bijdragen aan verminderen van gebruik van chemische middelen. Denk aan de inzet van drones om schimmels te ontdekken en pleksgewijs te bestrijden, en in de ontwikkeling van een laserwieder ten behoeve van onkruidbestrijding. 

Samenwerkingen

Gebiedsgericht werken bollentelers samen met Hoogheemraadschap Rijnland. Want waar bollentelers zich aan de wettelijke kaders houden, worden er nog steeds te veel residuen gevonden. In de samenwerking verricht het Hoogheemraadschap de metingen, waarna de bollentelers deze interpreteren en hun werkwijze aanpassen. In dit gebied heeft dit geleid tot het telen van een ander gewas als buffer en toepassing van andere driftdoppen bij de veldspuit.  

Meer over de rol van Hoogheemraadschap Rijnland

Susan de Koning (Radboud Universiteit) gaf een reflectie op de samenwerking in dit gebied. Zij gaf aan dat in het gebied een breed gedragen, dominant beeld is dat er zonder bollenteelt geen landschap is, dat de teelt niet mag verdwijnen en veranderen. Drijfveer hierachter is vooral de ‘dreigende’ woningbouw. Ruimtelijke plannen laten dan ook geen ruimte voor andere vormen van landgebruik dan de bollenteelt. Susan concludeerde dat er weliswaar sprake is van een transitie, met name door drijfveren van buiten, maar niet van een transformatie waarbij het grote geheel verandert en de achteruitgang van biodiversiteit wordt gestopt.  

Lees hier het wetenschappelijke artikel

Inzet voor biodiversiteit op lokaal niveau

Afsluitend gaf de mede-eigenaar van de vergaderlocatie, wat ook een golflocatie is, een toelichting op zijn inzet voor biodiversiteit. Hij is daarmee gestart op verzoek van de belangenvereniging voor golfterreinen (die leden motiveert om te voldoen aan GEO, een duurzaamheidscertificaat voor golfterreinen). Monitoring door natuurvereniging KNNV maakte hem enthousiast en motiveert hem om meer maatregelen te nemen die leiden tot meer biodiversiteit. En met succes: want hoewel golfen nog steeds op 1 staat, zijn op het terrein door maatregelen als aangepast maaibeleid, inzaai van bloemen en de aanleg van een deel Natuur Netwerk Nederland maar liefst 1169 soorten waargenomen.  

Meer informatie over de natuurinventarisatie