Workshop: Aanvalsplan Landschap

Het zesjarige LIFE IP All4Biodiversity programma laat zien hoe biodiversiteit het beste versterkt kan worden: door uit te gaan van het gebied zelf, gezamenlijke doelen te formuleren, samen te werken op maat en maatregelen te nemen die passen bij de lokale omstandigheden. Sinds 2020 zijn op verschillende plekken in Nederland waardevolle ervaringen opgedaan die laten zien wat wérkt in de praktijk.

Op 20 november werd in Katwijk het eindevenement van het programma georganiseerd. De dag bood een plenair programma met de belangrijkste resultaten, een markt met verschillende LIFE-IP-partners én acht workshops waarin deelnemers zich konden verdiepen in specifieke thema’s. In dit verslag staat de workshop ‘Aanvalsplan Landschap’ van Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel centraal, geleid door Daniëlle van Schaik en Ronald Hiel.

Aanvalsplan Landschap  

De laatste 50 jaar werd het Nederlandse landschap vooral als gebruiksgoed gezien. Daardoor is de kwaliteit ervan enorm teruggelopen. Ongeveer 60% van de landschapselementen en 75% van de insecten is de laatste eeuw door verschillende oorzaken verdwenen. Dit heeft grote gevolgen voor onze leefomgeving en voedselsystemen. Zonder een gezond en biodivers landschap wordt het produceren van voedsel een steeds lastigere opgave. 

Om de landschapselementen, en daarmee de biodiversiteit, terug te brengen in ons land heeft het Deltaplan Biodiversiteitsherstel samen met de terreinbeherende organisaties, agrarische brancheorganisaties, waterschappen en kennisinstellingen in 2022 het Aanvalsplan Landschap opgesteld. Het doel van het Aanvalsplan is het realiseren van 10% groenblauwe dooradering. Het Aanvalsplan draagt ook nadrukkelijk bij aan het toekomstperspectief voor de landbouw en het landelijk gebied als geheel, o.a. door het landschap weerbaarder te maken tegen klimaatverandering, het bodemleven te verbeteren en een leefplek te bieden aan bestuivers en natuurlijke plaagbestrijders. Daarnaast levert het een significante bijdrage aan het halen van Europese verplichtingen rondom biodiversiteit (Vogel- en Habitatrichtlijn), de klimaatopgave (COP Parijs) en schoon water (Kaderrichtlijn Water). 

Werken aan groenblauwe dooradering 

Om te werken aan de doelstelling van het Aanvalsplan Landschap, zijn er twee werkgroepen opgezet. De werkgroep Kwaliteit & Monitoring werkt aan de concretisering van de 10%-doelstelling per landschapstype, aan het evalueren van de monitoringstrajecten van GBDA die bij externe projecten en subsidies worden uitgevoerd, en voor een regelmatige update van het document ‘Groenblauwe Dooradering Nader Gedefinieerd’. Dit document is samen met verschillende andere kennisproducten te vinden op de Toolbox voor Biodiversiteit

De werkgroep Activatie & Beleid werkt aan het opschalen van de aanleg van GBDA. Dit door te werken met publieke en private partijen om concreet bij te dragen aan GBDA, het stimuleren van de beleidsverankering van 10% GBDA, en het opstellen en faciliteren van innovatieve financiële arrangementen voor aanleg en beheer GBDA.​ Zo zijn er via de Impuls GBDA-regeling meer dan 1000 km aan landschapselementen aangelegd, en lopen in 10 provincies GBDA-projecten die samen goed zijn voor 100 hectare aan vlakvormige elementen​, 280 kilometer aan lijnvormige elementen​, en bijna 6000 solitaire bomen. 

Naast de twee werkgroepen is er een community of practice (CoP) opgezet. De insteek van deze community is te leren van elkaar en om ervaringen en uitdagingen uit de praktijk op te halen en dit als input te gebruiken voor verdere ontwikkeling van beleid, kennisproducten, adviezen en concrete uitvoer.​ De CoP is bedoeld voor partijen die actief bezig zijn (of binnenkort gaan) met de aanleg van landschapselementen.​  

Workshop 

Tijdens de workshop werd er door de deelnemers nagedacht over hoe er ruimte wordt gemaakt voor 10% groenblauwe dooradering in een druk landschap, en wie je aan tafel moet hebben om een praktische bijdrage te leveren. Iedereen die eigendom van land heeft en iedereen die verantwoordelijkheid heeft, moet worden meegenomen in gebiedsprocessen. Dit is dus breder dan agrarische ondernemers: ook bezitters van industrie, tuinen, en beheerders van wegbermen en terreinen. Het werd belangrijk geacht om landeigenaren te verbinden met regelingen voor landschapselementen. Voor agrariërs specifiek kan het gesprek worden aangegaan over de voordelen van landschapselementen op o.a. bodemgezondheid en klimaatrobuustheid. Voor alle betrokkenen is het van belang om de ‘pijn van het verleden’ te verwerken. “Eerst emotie verwerken, dan verder praten” werd er door iemand gezegd.